-
1 op zijn post blijven/zijn
op zijn post blijven/zijnremain/be at one's postVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op zijn post blijven/zijn
-
2 op zijn post blijven
op zijn post blijven -
3 op zijn post blijven
гл. -
4 post
I 〈de〉4 [postadres] postal address♦voorbeelden:elektronische post • electronic mail, e-mailper kerende post • by return of postde post is er nog niet • the post hasn't come yethet stuk is bij de post zoek geraakt • the item got lost in the postmet/over de post, per post • through the/by postII 〈 de (mannelijk)〉1 [postbode] Bpostman, Amailman6 [leger] [positie] post7 [mensen die werkwilligen willen overtuigen niet te werken] picket♦voorbeelden:ergens een post voor uittrekken • allocate money/funds for somethingpost vatten • take up one's station; 〈figuurlijk; met betrekking tot gevoelens, overtuigingen〉 take root, settle (in)op zijn post blijven/zijn • remain/be at one's post5 een post bekleden • hold/occupy a post/position -
5 post
I 〈de〉♦voorbeelden:verzending over de post • envoi par la poste2 elektronische post • courrier électronique, e-mailzijn post beantwoorden • faire son courrieris er post? • est-ce qu'il y a du courrier?een brief op de post doen • poster une lettrede vroege post • la première distribution du courrieriets met de post krijgen • recevoir qc. par la posteeen post opvoeren • créer un postepost vatten • se posternaar zijn post gaan • aller prendre son postepost vatten • s'établirde mening heeft post gevat dat … • l'idée s'est implantée que …II 〈 het〉 -
6 poste
poste [post]I 〈m.〉1 post ⇒ wachtpost, wachthuis3 post ⇒ functie, plaats, betrekking4 dienst ⇒ ploeg, werkperiode5 post ⇒ inrichting, plaats waar bepaalde technische installaties zijn opgesteld7 post ⇒ post op begroting, rekening in boekhouding♦voorbeelden:occuper son poste • op post staan2 conduire au poste • naar 't bureau brengen, opbrengenposte vacant • vacatureposte d'essence • benzinestationposte d'incendie • brandmelderposte de pilotage • stuurhut, cabineposte de secours • hulppost, EHBOposte émetteur • zendstation, zenderII 〈v.〉♦voorbeelden:1 Postes et Télécommunications • Posterijen, Telegrafie, Telefoniemettre à la poste • op de post doen→ lettre1. m1) (wacht)post2) politiepost3) functie4) inrichting5) toestel [radio, tv]2. f1) post2) postkantoor -
7 Stellung
Stellung〈v.; Stellung, Stellungen〉4 positie, rang5 houding, standpunt♦voorbeelden:2 etwas in Stellung bringen • iets in stelling brengen, opstellenin gehobener Stellung (tätig) sein • een hoge positie bekledenfür jemanden Stellung nehmen • het voor iemand opnemengegen jemanden Stellung nehmen • zich tegen iemand keren, kantenzu einer Sache Stellung nehmen • zijn houding, standpunt bepalen tegenover ietsin Stellung gehen • de posities innemen -
8 оставаться на своём посту
vgener. op zijn post blijvenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > оставаться на своём посту
-
9 solide
solide [sollied]1 sterk ⇒ stevig, hecht, degelijk3 behoorlijk ⇒ goed, stevig, flink♦voorbeelden:solide bon sens • nuchterheidêtre solide sur ses jambes • vast op zijn benen staanc'est du solide! • dat is nog 's sterk!→ pont1. m 2. adj1) sterk, stevig, degelijk2) hehoorlijk, flink3) goed, deugdelijk4) vast, niet vloeibaar5) driedimensionaal [wiskunde] -
10 être fidèle au poste
être fidèle au poste -
11 être solide au poste
être solide au poste -
12 оставаться на своём посту
vgener. op zijn post blijven -
13 die Stellung halten
-
14 last
adj. laatste; de laatste; de afgelopen (week e.d.), de vorige (week); einde--------adv. laatste; de laatste; de laatste keer; aan het einde; eindelijk; uiterlijk--------n. laatste; eind; schoenleest; uithoudingsvermogen, levenskracht, last (gewichts eenheid)--------v. verder gaan, door gaan; halen; uithouden; genoeg zijn; in leven blijven, overleven; doorgaanlast1[ la:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 last♦voorbeelden:2 last of herrings/malt/wool • last haring/mout/wol————————last22 meegaan ⇒ intact blijven, houdbaar zijn♦voorbeelden:————————last3〈telwoord; the; als voornaamwoord〉♦voorbeelden:he said his last on the subject • hij sprak zijn laatste woord over dat onderwerpin my last • in mijn vorige brieffight to/till the last • vechten tot het uiterstewe have seen the last of him • die zien we niet meer terug¶ at (long) last • (uit)eindelijk, ten slotte————————last4〈 bijwoord〉3 → lastly lastly/♦voorbeelden:last-mentioned • laatstgenoemdelast but not least • (als) laatste/laatstgenoemde, maar (daarom) niet minder belangrijk, last but not least2 when did you see her last/last see her? • wanneer heb je haar voor het laatst gezien/gesproken?————————last5〈 telwoord〉♦voorbeelden:his last book • zijn laatste/vorige boekon his last legs • met zijn laatste krachtenat the last minute/moment • op het laatste moment/ogenbliklast night • gister(en)avond, vannachthe's the last person I'd invite • hij is de laatste die ik zou uitnodigenlast Tuesday • vorige week dinsdagthe last but one • de voorlaatstethe last few days • de laatste/afgelopen paar dagenthe second last page • de voorlaatste bladzijdethat's the last straw • dat doet de deur dichtthe last word in cars • het nieuwste/laatste snufje op het gebied van auto's -
15 stand
n. standaard, voet, stel; tribune; plaats; plaats voor taxi's--------v. staan; doen staan; opstaan; aanleunen; erop staan; leed dragen; waarderenstand1[ stænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 plaats ⇒ positie, post4 stander ⇒ statief, standaard♦voorbeelden:————————stand22 zich bevinden ⇒ staan, liggen6 zijn ⇒ (ervoor) staan, zich in een bepaalde situatie bevinden♦voorbeelden:as I stand here • zowaar ik hier sta4 stand and deliver! • je geld of je leven!he stands at nothing • hij staat nergens voorstand at thirty degrees • op dertig graden staanas it stands • momenteel, zoals het nu isknow where he stands • weten waar hij aan toe isstand to lose something • waarschijnlijk/zeker iets zullen verliezenstand aloof • zich op een afstand houdenstand apart • zich afzijdig houdenstand easy! • op de plaats rust!stand well with someone • met iemand op goede voet staanstand in (for someone) • (iemand) vervangenstand on • aandringen opstand on ceremony • aan plichtplegingen hechtenstand over • toezicht houden opstand upon • staan op→ stand aside stand aside/, stand back stand back/, stand by stand by/, stand down stand down/, stand for stand for/, stand off stand off/, stand out stand out/, stand up stand up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
16 over
adj. voorbij, over, klaar, geëindigd, verleden; samenvattend, concluderend; hoger, boven; hoger in autoriteit of positie; extra, teveel; rest-; dienend als en buitenbedekking, extern, over; overblijvend, over, nog niet op, nog niet opgebruikt (Bv.: " I made so much fish for dinner, there is some left over")--------adv. over; omver; teveel; aan de andere kant; nogmaals--------interj. over--------n. extra, overmatige hoeveelheid; toevoegsel; toegevoegde hoeveelheid; (Cricket) serie van ononderbroken ballen (6 in Engeland, 8 in Australië) gegooid door een speler--------pref. te veel; meer; nog meer; meer dan; bovenaan--------prep. boven, over; meer dan--------v. springen overover1[ oovə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————over25 ten einde ⇒ af, over6 ten einde ⇒ helemaal, volledig7 opnieuw♦voorbeelden:he called her over • hij riep haar bij zichthrow the ball over • gooi de bal naar de overkantshe lives four houses over • ze woont vier huizen verderopover here • hier (te lande)over there • daargindsover against • tegenoverover at your place • bij jou thuishe's over particular • 't is een Pietje preciessome apples were left over • er bleven enkele appelen overa hundred and over • meer dan honderdhe's mud all over • hij zit onder de modderthe show is over • het spektakel is afgelopenit's over and done (with) • het is uitshe thought it over • ze dacht er goed over naI've done it twice over already • ik heb het al twee keer opnieuw gedaanover again • opnieuwover and over again • telkens/altijd weerfive for John (as) over against seven for Pete • vijf voor John tegenover zeven voor Pete————————over3〈 voorzetsel〉6 betreffende ⇒ met betrekking tot, over, om♦voorbeelden:chat over a cup of tea • keuvelen bij een kopje theebuy nothing over fifty francs • koop niets boven de vijftig frankshe hit him over the head • ze sloeg hem op het hoofdthey lived over the post office • ze woonden boven het postkantoorhe has it over Sam • hij wint het van Samwe gained nothing over last year • we hebben geen vooruitgang geboekt ten opzichte van vorig jaarover and above these problems there are others • behalve/buiten/naast deze problemen zijn er nog anderespeak over the phone • door de telefoon sprekenover the past five weeks • gedurende de afgelopen vijf wekenall over England • in/over heel Engelandall this fuss over a trifle • zo'n drukte om een kleinigheid→ be over be over/ -
17 planter
planter [plãtee]3 oprichten ⇒ opzetten, neerzetten♦voorbeelden:¶ planter là qn., qc. • iemand zomaar laten staan, iets in de steek latenêtre, rester planté qp. • ergens (onbeweeglijk) blijven staan→ chou♦voorbeelden:1. v1) (be)planten2) insteken3) inslaan [spijker]4) neerzetten2. se planterv -
18 drijven
1 [aan de oppervlakte blijven] float, drift2 [zweven] float, drift ⇒ glide♦voorbeelden:doen drijven • float〈 figuurlijk〉 de onderneming drijft op orders van het rijk • governmental orders are the mainstay of the enterprisedrijven van het zweet • be dripping with sweatII 〈 overgankelijk werkwoord〉5 [slaan] drive♦voorbeelden:de menigte uit elkaar drijven • break up the crowdde vijand uit het land drijven • drive the enemy out of the countryiemand in het nauw/een hoek drijven • drive someone to the wall/into a cornerde zaak op de spits drijven • bring the matter to a headdoor woede gedreven • driven by ragede spot met iemand drijven • make fun of someoneeen winkel drijven • run/manage a shop4 door stoom gedreven schepen • steam-driven/propelled shipsde prijzen naar omhoog/omlaag drijven • force prices up/down -
19 functie
2 [werking, activiteit] function3 [wiskunde] function♦voorbeelden:een hoge functie bekleden • hold an important positionzijn functie neerleggen • resign one's positionin functie treden/blijven/zijn • take up/remain in/be in office -
20 lagern
lagern2 opgeslagen liggen, in voorraad zijn♦voorbeelden:in ähnlich gelagerten Fällen • in soortgelijke, dergelijke gevallendieser Fall ist anders gelagert • dit is een ander geval, deze zaak ligt andersII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 opslaan, opleggen, bewaren ⇒ (op)stapelen, opbergen2 legeren, (neer)leggen♦voorbeelden:flach lagern • plat neerleggen1 zich legeren, gaan zitten, liggen (rusten), zich uitstrekken♦voorbeelden:1 er lagerte sich im, (minder vaak) ins Gras • hij legerde zich in het gras, ging in het gras liggen, zitten rusten
См. также в других словарях:
The Ex (groupe) — Pour les articles homonymes, voir The Ex. The Ex The Ex en concert en Allemagne … Wikipédia en Français
The ex (groupe) — Pour les articles homonymes, voir The Ex. The Ex … Wikipédia en Français
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Freund (Subst.) — 1. Allermanns (Allerwelts) Freund, niemands Freund (jedermanns Geck). – Simrock, 2750; Winckler, X, 16; Eiselein, 185; Kirchhofer, 354; Reinsberg III, 143. Dem Allerweltsfreunde empfiehlt W. Müller: »Willst du der Leute Liebling sein, sei… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Zeit — 1. Ach, du lewe Tît, hadd öck doch gefrît, wär öck rusch e Wiew geworde. – Frischbier, 4158. 2. Abgeredet vor der Zeit, bringt nachher keinen Streit. – Masson, 362. 3. All mit der Tit kumt Jan in t Wamms un Grêt in n Rock. – Lohrengel, I, 27;… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Germanic strong verb — In the Germanic languages, a strong verb is one which marks its past tense by means of ablaut. In English, these are verbs like sing, sang, sung. The term strong verb is a translation of German starkes Verb , which was coined by the linguist… … Wikipedia
Bloed, Bodem, Eer en Trouw — (BBET; Blood, Soil, Honour and Loyalty ) is a Flemish neo Nazi group, created in 2004 from a splinter of the Flemish branch of the international Nazi skinhead organization Blood Honour. Activities The group rose to public prominence in September… … Wikipedia
2006–2007 Dutch cabinet formation — Following the 2006 Dutch general election, held on November 22, a process of cabinet formation started, involving negotiations about which coalition partners to form a common programme of policy and to divide the posts in cabinet. On February 22 … Wikipedia
The Ex (band) — Infobox musical artist Name = The Ex Img capt = The Ex in concert on 16 June 2004 in Germany. Left to right: Rozemarie, G.W. Sok, Katherina Ex, Andy Moor. Img size = Landscape = yes Background = group or band Alias = Origin = Amsterdam Genre =… … Wikipedia
Netherlands cabinet Balkenende-3 — The Third Balkenende cabinet was formed on 7 July 2006 after a crisis in and the subsequent resignation of the second Balkenende cabinet. This demissionary minority cabinet of Christian Democratic Appeal (CDA) and People s Party for Freedom and… … Wikipedia
Anne Frank tree — The Anne Frank tree (Dutch: Anne Frankboom or, incorrectly, Anne Frank boom [cite web|url=http://www.annefranktree.nl/index.aspx?lang=nl|title=Anne Frank Boom|publisher=Anne Frank House|accessdate=2007 11 19] ) is the horse chestnut tree in the… … Wikipedia